Genetische aanpassing gewassen
Genetische aanpassingen van planten kunnen nuttig zijn om zodoende op een duurzame manier ons voedsel te verbouwen. Het veredelen van planten bestaat al van oudsher en zorgt ervoor dat planten beter bestand zijn tegen bijvoorbeeld droogte of ziekte. Met moderne technieken kan je dezelfde processen sneller laten verlopen. Wat ik hierbij belangrijk vind, is dat de soortengrens niet overschreden wordt en er keuzevrijheid blijft voor consumenten, bijvoorbeeld doordat de biologische keten vrij blijft van deze technieken. In het voorstel dat nu is aangenomen zijn deze essentiële punten gelukkig geborgd.
Het Europees Parlement heeft woensdag 7 februari in meerderheid voor een voorstel gestemd over het genetisch aanpassen van voedselgewassen. Sinds de strenge regelgeving voor genetische modificatie is geïntroduceerd, zijn er veel technologische ontwikkelingen geweest. Daarom moest de regelgeving worden aangepast. Met bijvoorbeeld CRIPSR-Cas, een nieuwe technologie, kunnen er gemakkelijker stukjes DNA van gewassen (van dezelfde soort) geknipt en geplakt worden. In het voorstel dat is aangenomen wordt dat geschaard onder de noemer Nieuwe Genomische Technieken (NGT). Uiteindelijk gaat het hierbij om aanpassingen die ook door traditionele veredeling bereikt kunnen worden, maar dan veel en veel sneller. Met deze nieuwe regelgeving kunnen landbouwgewassen beter aangepast worden aan klimaatverandering en zijn minder pesticiden nodig. Dat is goed voor het milieu en zorgt voor voedselzekerheid. Tevens ben ik blij dat het patentrecht op NGT-gewassen wordt afgeschaft. Dit breekt de macht van zaadbedrijven en verkleint de afhankelijkheid van boeren.
Het Europees Parlement heeft met dit besluit haar startpositie voor de onderhandelingen met de lidstaten en de Europese Commissie vastgesteld. Nu is het wachten op het resultaat van de komende onderhandelingen. De ChristenUnie zal de uitkomst hiervan constructief kritisch benaderen.